Londen in de loop van de tijd

Sinds zijn oprichting als buitenpost van het Romeinse Rijk lijkt Londen zichzelf altijd te hebben gedefinieerd als het koninkrijk van vrij ondernemerschap en individueel initiatief.

In het jaar 43 na Christus namen de gezanten van keizer Claudius genoegen met het leggen van de fundamenten van een nieuwe stad: een brug, enkele wegen en een oever. Maar binnen enkele jaren werd Londinum een ware hub waar wol, tarwe en ijzererts werden herverdeeld.

Na verschillende bloedige en verwoestende invallen besloten de Romeinen een stenen fort te bouwen aan de rand van de stad, dat ze in het jaar 200 voltooiden met een muur en een houten palissade (The London Wall).

Het verval van Rome leidde tot het verval van Londinum. In 410 verlieten de legioenen de stad in verval. Kelten, Saksen en Denen vochten ertegen tot 886. Op deze datum slaagt de koning van Wessex, Alfred de Grote, erin om het te heroveren en dan moet zijn zoon het weer aan de Vikingen overlaten.

Willem de Veroveraar bereikte Londen kort na zijn overwinning in Hastings in 1066. De dag na zijn kroning als koning van Engeland, op kerstdag van hetzelfde jaar, liet hij de White Tower oprichten, het beginpunt van de toekomstige Tower of London.

Onder de Tudor-dynastie (1485-1603) beleefde de maritieme handel en de culturele activiteit een ongekende bloei, vooral tijdens het bewind van de strenge Elizabeth I (1558-1603).

De Stuart Dynastie werd gekenmerkt door de Grote Pest van 1665, die meer dan 75.000 mensen doodde, en de Grote Brand van 1666, die in drie dagen vier vijfde van de Stad verwoestte.

Op het hoogtepunt van het Britse Rijk, tijdens het bewind van koningin Victoria (1837-1901), nam Londen een wereldwijde verantwoordelijkheid op zich. In 1900 bedroeg de bevolking meer dan 6 miljoen mensen. De vlag van de Britse Kroon wappert over een kwart van de landmassa van de wereld.